Onderstaand verhaal is in 2011 gepubliceerd in de Skriemer, het jaarboek van de vereniging oud-Wervershoof. Het is het verslag van mijn eerste bezoek aan het gebied waar een verre voorvader in het begin van de 20e eeuw als katholiek missionaris werkzaam was. Deze maand zal ik een tweede bezoek aan dit gebied brengen, en om degenen die niet bekend zijn met de voorgeschiedenis bij te praten, hierbij het eerste deel.
Op 28 augustus 1866 werd Johannes (Jan) Buis geboren aan de Lagedijk in Wervershoof. Jan werd opgevoed in het katholieke Westfriesland en toen hij op zijn veertiende hoorde dat je helemaal niet rijk hoeft te zijn om missionaris te worden, had hij zijn beslissing snel gemaakt. Hij pakte zijn boeltje bij elkaar en sloot zich aan bij de Missionarissen van Steyl, ook wel bekend als het Gezelschap van het Goddelijke Woord. Hier werd Jan opgeleid tot priester. In 1892 vertrok hij naar China, om missiewerk te verrichten in de toen nog onderontwikkelde provincie Shandong. Daar heeft hij 43 jaar lang fanatiek Chinezen bekeerd, tot hij op 12 januari 1935 in Shandong overleed.
Het spreekt voor zich dat ik toen ik van zijn bestaan hoorde, gefascineerd raakte door deze dorpsgenoot met dezelfde achternaam als mijn oma, die zich honderd jaar voordat ik geboren werd al succesvol onder de Chinezen begaf. Genealogisch onderzoek leerde dat Jan Buis de oom van mijn oma’s opa is. Uit oude documenten bleek dat hij zich als een ware Chinees onder de Chinezen heeft begeven. Hij sprak het lokale dialect vloeiend en heeft eigenhandig ruim 5000 volwassen Chinezen gedoopt. Daarnaast stond hij op goede voet met gewelddadige roversbenden die Shandong in die tijd terroriseerden, en was betrokken bij internationale onderhandelingen over de uitlevering van één van de roverhoofdmannen. Dat getuigt van een bijzonder karakter en doorzettingsvermogen, want makkelijk was dat allemaal niet in het roerige China van begin 20e eeuw. Het idee om naar Shandong te gaan om te zien wat er nog over is van de missie, bijna 80 jaar na zijn overlijden, na een Culturele Revolutie en ruim vijfentwintig jaar economische hervormingen, liet me maar niet los.
Min of meer op de gok
In 2010 was het zover. Ik woonde toen in Nederland, maar ging Zhang Yang in de zomer opzoeken in China. Xiao Fei, een vriend van Zhang Yang, komt uit Shandong en wilde me wel helpen in deze zoektocht. Navraag bij de Vereniging Oud Wervershoof en het missiehuis in Steyl leverde waardevolle informatie op, onder andere dat er nog een kerk uit 1911 in gebruik zou zijn daar in Shandong, de naam van het district waar Pater Buis missioneerde (Yǎnzhōu) en dat hij daar mogelijk begraven ligt. Het was niet veel, maar met dit alles bij elkaar leek de tocht naar Yǎnzhōu niet helemaal kansloos. We vertrokken vanuit Beijing naar Zibo, waar Xiao Fei vandaan komt, om van daaruit te kijken of en hoe we naar Yanzhou konden reizen.
China is groot. Dat je de naam van een afgelegen district kent wil niet zeggen dat iemand uit de provincie waar dat district ligt automatisch weet waar het precies ligt, of hoe je er komt. Eenmaal in Zibo begon Xiao Fei met het afbellen van iedereen die hij kent die ons verder zou kunnen helpen. Hij had begrepen dat ik een directe afstammeling van Jan Buis ben en vertelde dat ook aan iedereen, daarom was men erg behulpzaam. Toen ik voorzichtig aangaf dat ik niet direct af kan stammen van een katholieke priester, wekte dat vervreemde reacties op: waarom zou je immers de halve wereldbol afreizen terwijl je helemaal niet weet wat en of je überhaupt iets zult vinden, om te zoeken naar wat er is overgebleven van iemand waar je niet direct van afstamt? Ik heb ze daarom maar in die waan gelaten.
Veel navraag leerde dat Yanzhou op een busreis van 5 uur bij Zibo vandaan ligt, net zo ver als dat Zibo bij Beijing vandaan ligt. Ik voelde me steeds meer bezwaard met Xiao Fei’s hulp, omdat onze missie blijkbaar lastiger zou worden dan aanvankelijk gedacht en hij er erg veel moeite in stak. Maar hij wilde van geen wijken weten en werd net zo fanatiek als ik in onze zoektocht naar mijn voorvader. Via Google Maps leerden we dat er drie kerken zijn in Yanzhou. We schreven op in de buurt van welke markante plaatsen deze kerken liggen (bijvoorbeeld bij een ziekenhuis of langs een grote weg) en met die informatie, zonder te weten waar we nou precies heengingen, stapten we dan maar in de bus naar Yanzhou.
Naar één van de kerken in Yanzhou
Na 4 uur gereden te hebben (dat viel alweer mee) stapten we langs de snelweg uit de bus. Daar stonden taxi’s, en toen Xiao Fei aan een chauffeur vroeg of hij ons naar het ziekenhuis kon bregen was dat geen probleem. Onderweg zeiden we dat we eigenlijk op zoek waren naar een kerk in de buurt van dat ziekenhuis, wist de chauffeur daar misschien meer van? Jawel, hij wist precies waar wij heen wilden. Na een kwartiertje werden we afgezet in een straat waar nog opvallend veel oudere gebouwen stonden, voor de ingang van een Chinese katholieke kerk. Toen ik het terrein van de kerk opliep wist ik meteen dat we goed zaten en Xiao Fei kreeg naar eigen zeggen kippevel. Deze kerk was prachtig, had een vriendelijke uitstraling, was in 1897 gebouwd en nog in originele staat!
We liepen naar binnen en spraken de eerste persoon aan die we zagen. Dit bleek de pastoor van deze kerk te zijn: pastoor Wang. Toen wij met z’n drieen zijn kantoortje binnenliepen en Xiao Fei uitlegde dat ik een nazaat van een priester ben die begin vorige eeuw in Shandong missioneerde, maakte pastoor Wang er niet veel woorden aan vuil en dook een kast in, om een aantal oude boeken tevoorschijn te halen. Hij liet me een aantal foto’s van oude, bebaarde missionarissen zien die allemaal op elkaar leken, onder sommige foto’s stonden namen. Onder één van de foto’s stond duidelijk dat de laatste op de onderste rij pater J. Buis was, op dat moment 68 jaar oud. We zaten echt goed! Daarop werd pastoor Wang ook een beetje entoushiast en sleepte mij mee naar zijn computer, waar hij me allemaal foto’s liet zien en uitlegde om wat voor gebouwen het ging en in welke daarvan Jan Buis gewerkt had. Bij iedere foto van missionarissen vroeg hij of Jan Buis er tussen zat en bij ieder document met westers schrift vroeg hij of zijn naam misschien vermeld werd. Er kwam zelfs een Chinees getuigschrift van Jan Buis voorbij! Pastoor Wang is bezig met het opnieuw verzamelen en digitaliseren van al deze documenten. Na de Culturele Revolutie is er veel verloren gegaan, en de CCP geeft de katholieke kerk in China nu weer wat ruimte om dat allemaal op orde te brengen. De kerkgebouwen zijn zo goed bewaard gebleven omdat deze tijdens de Culturele Revolutie als woonruimte gebruikt werden. Ik vroeg pastoor Wang of het waarschijnlijk is dat Jan Buis in de kerk waar wij waren heeft gewoond en gewerkt. Zijn antwoord was dat dit niet waarschijnlijk is, maar vaststaat.
Een duwtje in de goede richting
Toen we een beetje van de eerste euforie bekomen waren (we hadden geen idee waar we heengingen en werden gewoon recht voor de deur van zijn kerk afgezet, als Jan Buis die taxi van bovenaf niet een duwtje in de goede richting heeft gegeven weet ik het ook niet meer), vroeg Xiao Fei of pastoor Wang misischien wist waar de begraafplaats van de missionarisen ligt. Ik had zelf weinig hoop daar iets van terug te vinden, omdat het huidige China die heilige grond waarschijnlijk beter kan gebruiken als basis voor een nieuwe wolkenkrabber of snelweg, maar ook hier was het lot ons buiten verwachting gunstig gezind. Natuurlijk wist pastoor Wang waar die begraafplaats was, die lag achter een van de andere kerken die wij op ons lijstje hadden staan. Hij moest daar alleen wel bij zeggen dat de Rode Gardisten fanatiek huis hadden gehouden tijdens de Culturele Revolutie. De grond van de begraafplaats is nog intact, maar een aantal grafzerken (niet alle!) waren vernield. De nog intacte zerken en de brokstukken van de vernielde liggen nu op een hoop en dat moest de kerk nog op orde brengen. Pastoor Wang belde de pastoor van de kerk waar de begraafplaats ligt, pastoor Sun. Die kon ons wel verder helpen. Daarbij vroeg hij of pastoor Sun alle zerken misschien alvast uit wilde zoeken en op een rijtje leggen, zodat wij meteen konden zien of die van mijn voorvader er al dan niet tussen zat. Dat vond pastoor Sun iets teveel werk, maar hij wilde ons wel toegang tot de kerk en de begraafplaats geven. Pastoor Wang gaf ons het telefoonnummer van pastoor Sun. Na hem heel vaak en heel hartelijk bedankt te hebben zette hij ons in een taxi en een half uurtje later waren we er. Xiao Fei belde pastoor Sun op. Die zat op dat moment bij de kapper en had zelf dus geen tijd om ons op te halen, maar hij zou een non sturen om ons te begeleiden. Dat vonden Zhang Yang en Xiao Fei machtig interessant en ze vroegen zich af of ze ook echt zo’n nonnenpakje zou dragen.
Dat was niet het geval, maar zoals zuster Liu ons meteen herkende, herkenden wij haar ook direct. Ze durfde mij aanvankelijk niet te begroeten omdat ze er vanuit ging dat ik geen Chinees zou spreken en niet wist hoe je iemand in het Engels begroet, maar toen bleek dat we wel konden communiceren brandde ze meteen los. Ze was al twintig jaar non, wist hoe moeilijk de missionarissen het hadden gehad begin 20e eeuw en zou ons de kerk en de begraafplaats laten zien. Deze kerk staat op het hoofdterrein van de missie. Het grootste deel van de oude gebouwen is nu onderdeel van een psychiatrische inrichting en staat een beetje verborgen achter het nieuwe hoofdgebouw. We liepen het terrein over en via een achterdeurtje liet zuster Liu ons de kerk in. Na de kerk bekeken te hebben liepen we verder over het terrein. Vrijwel alle oude missiegebouwen zijn nog intact en goed onderhouden, en worden nu gebruikt als bijvoorbeeld slaapgebouw voor personeel. Zuster Liu maakte een groot hek achteraan het terrein open. Toen stonden we ineens op de begraafplaats van de missionarissen, waar mijn verre voorvader in 1935 werd begraven.
Respectloze hoop zerken
Een hoopje zerken lag een beetje zielig en zeer respectloos bij elkaar in een hoekje, de rest van het terrein was overwoekerd met gras en bomen. De kerk is nu bezig met het herstellen van deze begraafplaats, maar daarvoor is toestemming van de CCP nodig en dat is een langzaam proces. Vier graven zijn inmiddels in ere hersteld, de rest van de zerken ligt nog op die hoop te wachten. Xiao Fei beklom de zerken (dat was volgens zuster Liu helemaal geen probleem) om Jan Buis er tussen te zoeken. Die heet in het Chinees Bó Yìsī en ik keek mee, maar omdat veel zerken op z’n kop lagen en het echt onbegonnen werk (en in mijn ogen ietwat respectloos) was om die zware zerken allemaal om te draaien, hebben we het maar zo gelaten. Zuster Liu had naar eigen zeggen wel een zerk gezien waar Bó Yìsī op stond. Ze verwacht dat het nog een jaar of twee duurt voordat de begraafplaats weer in ere is hersteld. Voor alles is volgens zuster Liu een reden: als we alles nu in één keer hadden kunnen vinden zou ik geen reden hebben gehad om terug te komen. En daar heeft ze een punt. Ze nodigde ons uit om nog wat te drinken en als we het hadden gewild hadden we daar kunnen overnachten. Ik merkte dat Xiao Fei en Zhang Yang er niet op zaten te wachten om de nacht door te brengen bij een groep nonnen in een afgelegen gebied, dus heb ik zuster Liu enorm bedankt en haastten we ons om de laatste bus terug naar Zibo te halen.
Het is erg fascinerend dat er in de meest onderontwikkelde en afgelegen gebieden van China mooie, oude kerken in westerse stijl staan en dat het katholicisme er echt leeft. Meer nog dan in het westen zelfs: er zijn momenteel meer dan 10 miljoen katholieken in China, en dat aantal stijgt gestaag. De katholieke kerk heeft in China veel Chinese kenmerken, waardoor de kerk een totaal eigen karakter heeft. Ik had niet verwacht dat er in Yanzhou nog iets te vinden zou zijn van Jan Buis’ missie, maar er staan nog een aantal kerken die actief gebruikt worden, de begraafplaats bestaat nog en volgens pastoor Wang komen er iedere zondag ruim 300 mensen naar zijn mis. Jan Buis en zijn mede-missionarissen hebben Gods woord dus goed gezaaid daar in Shandong, want er wordt nog steeds van geoogst.
Ha Judith! Verschrikkelijk leuk verhaal! Heel erg goed geschreven en zeer boeiend onderwerp! Ik zie wel mogelijkheden voor een boek!
Wellicht weer een item voor de volgende Skriemer…
Ha Judith! Ben inderdaad ook heel benieuwd naar het vervolg van dit avontuur. Erg leuk!
Eindelijk een vervolg van je zoektocht begrijp ik. Succes Judith, en ik ben benieuwd of er meer ontdekkingen zullen zijn, hoe zal het er nu uitzien op de begraafplaats bv.
Had het op kantoor al eens gelezen, ben benieuwd naar het vervolg! Zou pastoor Buis grafzerk weer op zijn plek staan? Kan Judith inmiddels alleen de weg naar Yanzhou vinden, of zullen Zhang Yang en Xiao Fei haar weer begeleiden op deze lange tocht? En: zal zij nog een origineel Chinese dienst bijwonen door pastoor Wang? 🙂