In mijn keukenkastjes staan twee sets Chinese bordjes, die voor mij bijzonder zijn.
De eerste is een set bamboe schaaltjes met afbeeldingen van mythische vrouwen en teksten in fántǐzì, traditionele Chinese karakters. Deze schaaltjes heb ik van mijn opa en oma geërfd. Zij gebruikten ze om zoutjes te serveren als we ’s zondags op bezoek kwamen. Deze schaaltjes zijn heel bijzonder voor me, omdat ze mijn interesse in de Chinese taal en cultuur hebben gewekt – deels althans.
Ik herinner me sterk dat, als we bij opa en oma op bezoek waren, ik de karakters op deze schaaltjes natekende in een schrift. Ik was toen amper tien jaar oud. Tegenwoordig worden er op het Chinese vasteland jiǎntǐzì, vereenvoudigde Chinese karakters, gebruikt. Ik kan dus niet echt lezen wat er op de schaaltjes staat, maar mooi blijven ze wel.
De tweede set komt, net zoals de eerste denk ik, uit de jaren ’80. In het China van voor de economische boom gebruikte bijna iedereen servies van emaille. Dat kan namelijk bijna niet stuk. Dit soort servies was vaak wit of mintgroen, met een donker randje. Toen het in de jaren ’80 steeds iets beter ging met China, kwamen dit soort bordjes met afbeeldingen erop in omloop. Daar is deze set een mooi voorbeeld van.
Naast borden en kommen zijn er van emaille mooie waskommen gemaakt, waar in de hoogtijdagen van de Culturele Revolutie afbeeldingen van Mao Zedong, Lin Biao en hun kompanen op werden gedrukt. Dergelijke emaillen Maolaria is nu veel geld waard, en kun je onder andere kopen op de Pānjiāyuán markt in Beijing.
Dat geldt niet voor dit soort servies. Zhang Yang’s moeder heeft een keukenkast vol met emaillen schalen en kommen, dus toen ik zei dat ik deze bordjes zo mooi vond, kreeg ik ze direct mee. En ik ben er zuinig op!