In de internationale media verschijnen zoveel artikelen over China dat het bijna niet bij te houden is. Veel van deze artikelen zijn goed geschreven en geven goed weer wat huidige ontwikkelingen in de Chinese maatschappij zijn. Wanneer je als buitenlander in China woont, maak je deze ontwikkelingen zelf direct mee. Het is interessant om wat je in de media tegenkomt dan af te zetten tegenover wat je zelf ervaart in het dagelijks leven.
Sinds 1 januari 2016 is de éénkindpolitiek versoepeld en is het Chinezen toegestaan om twee kinderen te krijgen. Een recht waar niet alle Chinese ouders direct gebruik van maken, tot ongenoegen van de CCP.
Artikelen:
1) China’s new two-child policy not enough to cope with aging population (IZA Newsroom)
2) Two-child policy? I’ll just stick with one, thanks (Sixth Tone)
3) China’s two-child policy: what next? (The Diplomat)
4) Can the planet handle China’s new two-child policy? (Guardian)
5) With fertility rate in China low, some press to legalize births outside marriage (NY Times)
6) China looks at making surrogate motherhood legal (South China Morning Post)
7) Chinese city urges comrades to do their part and reproduce (NY Times)
De éénkindpolitiek is in 1979 ingevoerd om de Chinese bevolkingsgroei, die onder Mao enorm was toegenomen, aan banden te leggen. Zeker in de begindagen werd de wet streng gehandhaafd. Zo werden vrouwen na de geboorte van hun eerste kind verplicht een spiraal te nemen, en werden vrouwen verplicht gesteriliseerd indien er toch een tweede kind geboren werd.
Met het verstrijken der tijd werd de wet soepeler geïplementeerd. Zo is het niet-Han Chinezen (8% van de bevolking) altijd al toegestaan om twee of meer kinderen te krijgen. Ook werd op het platteland toegestaan om een tweede kind te krijgen als de eerste een dochter was, vanwege de sterke voorkeur voor mannelijk nageslacht. Verder is het sinds 2013 toegestaan om een tweede kind te krijgen als minstens één van de ouders enig kind is.
Na ruim een generatie enig kinderen, is de Chinese bevolkingspiramide uit balans gegroeid (artikel 1). Sinds 1990 is er beduidend minder toestroom op de Chinese arbeidsmarkt, wat heeft geleid tot een tekort aan arbeidskrachten en, daarmee samenhangend, hogere lonen. Daarnaast is de Chinese genderbalans door de traditionele voorkeur voor mannelijk nageslacht in China erg scheefgegroeid.
Om dit op termijn weer recht te trekken, is het alle Chinezen sinds 1 januari 2015 toegestaan om twee kinderen te krijgen. Maar zit de Chinese bevolking daar nog wel op te wachten, na 36 jaar éénkindpolitiek? In China is men inmiddels zo aan het éénkindbeleid gewend, dat één kind de norm is. De huidige generatie Chinese ouders is opgegroeid als enig kind, de hele samenleving gaat uit van één kind.
Ouders willen dat hun enig kind slaagt in de concurrerende Chinese maatschappij, en investeren hevig in scholing en bijscholing. De Chinese Jan Modaal heeft simpelweg de financiële middelen niet om meer dan één kind een dergelijke start in de samenleving te bieden.
Het is in China gebruikelijk dat twee paren grootouders de zorg voor één kleinkind dragen, zeker als de ouders allebei werken. Dit wordt als argument aangevoerd om een tweede kind te kunnen nemen: dure kinderopvang is immers geen belemmering. Steeds meer jonge Chinese vrouwen voeden hun kind tegenwoordig echter liever zelf op dan dat ze het zonder meer aan hun (schoon)ouders geven (artikel 2), en houden het daarom bij één kind.
Daarnaast bestaat er scepsis over de effectiviteit van het nieuwe beleid (artikel 3). Niet alleen omdat niet iedereen meteen gehoor geeft aan de oproep meer nageslacht te produceren, ook omdat, mocht het beleid wel leiden tot een grote toename in het aantal Chinese geboorten, het een aanslag op de natuurlijke hulpbronnen zou zijn (artikel 4).
Nu is het krijgen van kinderen in China strikt gebonden aan het huwelijk en de gezinsregistratie. Buitenechtelijke kinderen kunnen in China in principe niet worden geregistreerd en hebben zonder registratie geen of zeer lastig toegang tot zaken als gezondheidszorg en scholing. Dit terwijl er ook veel mensen zijn die niet kunnen trouwen, maar wel kinderen zouden willen krijgen. Denk daarbij aan homoseksuele stellen en alleenstaande vrouwen die ongepland zwanger raken (artikel 5).
De wet op geboortebeperking voorzag ook niet in echtparen met een kinderwens die het op de natuurlijke manier niet lukt om zwanger te worden. Om deze groep welwillende potentiële ouders een mogelijkheid tot ouderschap te geven wordt er in China momenteel gewerkt aan een wet die draagmoederschap toe moet gaan staan, iets dat vooralsnog verboden was (artikel 6).
In bepaalde delen van het land verwacht de CCP dat de bevolking het vooruitzicht op twee kinderen niet als een mogelijkheid opvat, maar als een verplichting ziet: zo verzocht de lokale CCP afdeling in Yichang (Hubei) haar ambtenaren schriftelijk om toch vooral een tweede kind te nemen (artikel 7).
Eerdere blogs in deze serie ‘Wonen in China en de actualiteit’ lees je hier: (1) Stadsplanning in Beijing, (2) Luchtvervuiling, (3) Een Chinees kind krijgen.