Met Lao She in Beijing

231-lao-she-residence

Voor Literaire Toerist, een online tijdschrift over literaire bestemmingen, schreef ik een bijdrage over een literaire bestemming in Beijing: de voormalige woning van Lao She, één van China’s belangrijkste literair auteurs.

Chinese literatuur wint pas de afgelopen jaren aan bekendheid in Nederland, maar gaat duizenden jaren terug. Waar literatuur van oudsher was voorbehouden aan de elite, maakte Lu Xun literatuur begin 20e eeuw bereikbaar voor een breed publiek, door te schrijven in spreektaal in plaats van in klassiek Chinees. Naast Lu Xun is Lao She één van de pioniers binnen de Chinese literatuur. Lao She schreef in het lokale Beijing-dialect, waardoor zijn werk zeer toegankelijk was voor de lokale bevolking.

231-lao-she-residence-4Lao She werd in 1899 geboren als Shu Qingchun. Ondanks de financiële moeilijkheden binnen het gezin lukte het Lao She om toegelaten te worden tot een gerenommeerde universiteit, waar hij afstudeerde in 1918. In 1919 was hij actief tijdens de 4 Mei-beweging, een linkse studentenbeweging die zich afkeerde van het westerse imperialisme. Lao She zegt hierover dat zijn deelname aan de beweging hem nieuwe energie en inspiratie gaf, en dat de Mei 4-beweging het mogelijk heeft gemaakt dat hij is gaan schrijven.

Tijdens een vijfjarig verblijf in Londen in de jaren ’20 kwam Lao She in aanraking met Engelse literatuur, waarna hij zijn eigen werk begon te schrijven. Eind jaren ’40 verbleef hij twee jaar in de Verenigde Staten, waar hij doceerde en de vertaling van onder andere zijn eigen werk overzag. Zijn Roman The Yellow Storm (1951) is nooit in het Chinees uitgegeven, alleen direct in het Engels.

Tot zijn bekendste werk horen de romans Cat Country (1933), Rickshaw Boy (1936) en het toneelstuk Teahouse (1957). Allen beschrijven de dagelijkse beslommeringen van het gewone Chinese volk in de turbulente twintigste eeuw. Nog meer dan Lu Xun schrijft Lao She zoals de mensen daadwerkelijk spraken, met name in zijn eigen geliefde Beijing-dialect. Zijn werk is doorweven van maatschappijkritiek.

Toen de Culturele Revolutie losbarstte in 1966, was Lao She als boegbeeld van de Chinese literatuur en met zijn buitenlandervaring een logisch doelwit voor de Rode Gardisten, die het ‘Nieuwe China’ wilden ontdoen van oude intellectuele invloeden.

Tegen het advies van toenmalig premier Zhou Enlai in, liet de 67-jarige Lao She zich na behandeling voor bronchitis uit het ziekenhuis ontslaan om met eigen ogen te zien hoe de nieuwe maatschappij zich vormde. Vrijwel direct na thuiskomst werd hij opgepakt door een groep Rode Gardisten, die hem meenamen naar de Confucius Tempel. Samen met dertig andere intellectuelen werd Lao She op zijn knieën gedwongen om de verbranding van oude kunstvoorwerpen in een open vuur te aanschouwen, wat door de Gardisten ‘doop door vuur’ werd genoemd. Hun hoofden werden kaalgeschoren en ze werden overgoten met zwarte inkt. Lao She werd ervan beschuldigd een Amerikaanse spion te zijn en met een riem gegeseld totdat hij het bewustzijn verloor.

Lao She weigerde echter te buigen voor de Rode Gardisten. Hij werd vrijgelaten en gesommeerd om zich de volgende dag met kaal hoofd en inktvlekken op zijn werk te melden. Toen hij die avond thuiskwam, bleek zijn huis overhoop gehaald te zijn, manuscripten verband en zijn kunstverzameling geruïneerd. De volgende dag meldde Lao She zich niet op zijn werk, maar liep naar een meer aan de rand van het Keizerlijk Paleis waar hij urenlang in het water staarde. De volgende dag werd zijn levenloze lichaam in het water gevonden, om hem heen dreven verschillende aan stukken gescheurde gedichten van Mao Zedong.

Het bewuste meer is inmiddels gedempt om plaats te maken voor een metrolijn en busterminal. De enige plaats in Beijing die nog aan Lao She herinnert, is zijn courtyard woning. Na Mao’s dood is Lao She officieel gerehabiliteerd, en hij wordt vandaag de dag gezien als één van China’s meest vooraanstaande literair auteurs. Zijn wonig is opengesteld voor het publiek.

231-lao-she-residence-5

Klik op de afbeelding voor een grotere versie

Als je Lao She’s woning bezoekt herinnert niets aan de ravage die de Rode Gardisten er in 1966 hebben aangericht, of hoe de Culturele Revolutie de directe reden is dat Lao She zichzelf het leven ontnam. Het is een traditionele Chinese courtyard woning waar kamers rondom een binnenplaats zijn gebouwd. Een aantal van de ruimten is ingericht zoals toen Lao She er woonde, met oude meubels en gebruiksvoorwerpen. In twee ruimten is een tentoonstelling met foto’s en documenten over Lao She’s leven ingericht.

231-lao-she-residence-3

231-lao-she-residence-2

Zijn trieste levenseinde wordt in slechts één zin behandeld: “Op 24 augustus 1966 liep Lao She naar het Taiping Meer om zijn laatste daad te voltrekken”, zonder enige uitleg over de reden van deze laatste daad. Eén ruimte huisvest een altaar, waar plastic fruit en wierrook voor een ingelijste foto van de auteur staan, als ware het een boeddhistische tempel.

231-lao-she-residence-1

231-lao-she-residence-6

Ondanks de selectieve weergave van de geschiedenis (daar ontkom je in China nooit helemaal aan), is het bezoeken van Lao She’s woning de moeite meer dan waard. De courtyard is een oase van rust in het centrum van hectisch Beijing, en geeft een goed beeld van deze traditionele Chinese woonvorm. Op loopafstand vind je andere bezienswaardigheden, waaronder St. Joseph’s Church en de beroemde winkelstraat Wangfujing. En als je daar dan toch bent, kun je in de Foreign Languages Bookstore gelijk een vertaald werk van Lao She aanschaffen.

Former Residence of Lao She, #19 Fengfu Lane, West Dengshikou Street, dagelijks geopend van 08:00 uur tot 18:00 uur, gratis entree. 

De website van Literaire Toerist is inmiddels uit de lucht gehaald. 

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.