Ai Weiwei is China’s bekendste hedendaags kunstenaar, en de meest uitgesproken criticus van de Chinese politiek. En toen hij in 2011 drie maanden van de radar verdween na zijn plotselinge arrestatie, was hij even de beroemdste vermiste Chinees – tot Fan Binbin hem vorig jaar van die (twijfelachtige) troon stootte.
De Chinese Uomo universale
Ai heeft een lange en brede carrière als beeldend kunstenaar en politiek activist. In 1981 was hij één van de eerste Chinese studenten die naar de V.S. gingen. Hij studeerde Engels en design, maar stopte daar al snel mee om als straatportrettist bij te verdienen.
Begin jaren 90 keerde Ai terug naar China om voor zijn zieke vader, de beroemde dichter Ai Qing te zorgen, die tijdens Mao’s bewind in ongenade viel als rechts element. Door dit politieke label heeft het gezin Ai tussen 1960 en 1976 in verbanning in het afgelegen Xinjiang doorgebracht.
Na zijn terugkeer naar China werkte Ai aan verschillende, zeer uiteenlopende projecten. Hij maakte naam in de bloeidagen van de Chinese kunst begin jaren 80, met performances als het fotografisch vastleggen hoe hij een vaas uit de Han-dynastie aan scherven gooit. In de begindagen van het Chinese Internet gebruikte Ai de nieuwe social media platformen om zijn gal te spuien over de Chinese politiek, soms wel acht uur per dag achtereen, totdat zijn Weibo account in 2009 door de autoriteiten werd gesloten.
Hij maakte een uitstapje naar architectuur met een bijdrage in het ontwerp van het Olympisch Stadion in 2008, en liet miljoenen porseleinen zonnebloempitten maken voor de installatie Sunflower Seeds. In 2008 vestigde Ai ook zijn naam als politiek activist door naar het gebied van de aardbeving in Sichuan te reizen om de namen van de meer dan 5,000 scholieren op te tekenen, die in gebouwen die door corruptie niet aan de bouwnormen voldeden omkwamen tijdens de beving.
Van luis in de pels naar dissident
Dit is de Chinese autoriteiten niet onopgemerkt gebleven. Werd Ai lang gezien als luis in de Chinese pels, in 2011 werd hij gearresteerd op beschuldiging van belastingontduiking en het bezoeken van prostituees. Ai verdween 81 dagen van de radar. Na vrijlating opende hij een Twitter account (@aiww) met als persoonlijke beschrijving “suspected pornography enthusiast and tax evader“, en maakte een muziek video getiteld “Dumbass“. In de videoclip zien we Ai onder begeleiding van heavy metal ondervraagd worden door de politie.
Zo wordt Ai’s cv met de jaren omvangrijker. Zijn laatste project is de documentaire Human Flow, waarin hij vluchtelingenstromen in onder andere Afghanistan, Bangladesh, Irak en Kenia in beeld brengt. Vorige maand sprak hij tijdens de Nexus-lezing in Amsterdam, en vertelde in een openhartig interview met NRC over de veranderende rol van China in de wereldorde, en waarom hij zijn woonplaats Berlijn na ruim drie jaar inruilt voor de V.S.
Visueel dagboek van een decennium
Ai Weiwei – Beijing photographs 2003-2013 is een vervolg op Ai Weiwei: New York 1983–1993 en begint in het jaar dat Ai naar China terugkeerde om voor zijn vader te zorgen. De foto’s geven een beeld van het persoonlijke leven van Ai in de tien jaar die het boek beslaat.
Ai schoot er in die periode lustig op los met zijn camera: voordat er begonnen kon worden met het maken van een selectie van foto’s, dienden er ruim 40.000 negatieven te worden gesorteerd op datum en onderwerp. Ai heeft hier hulp bij gehad. maar heeft zelf de uiteindelijke selectie gemaakt. Daarbij sloeg hij foto’s over die volgens de co-auteurs van dit boek niet konden ontbreken, en koos juist foto’s uit die ieder ander logischerwijs buiten beschouwing zou hebben gelaten.
In het voorwoord stellen co-auteurs John Tancock en Stephanie Chung:
Dit is een uniek fotoboek door een kunstenaar. Het is een visueel dagboek dat een decennium omspant, een mengelmoes van foto’s van zeer persoonlijke aard, en anderen van publiek belang. (…) Het is een autobiografie in foto’s, waarin Ai niet zozeer gekozen heeft voor mooie foto’s in de formele zin, maar eerder functioneel in relatie tot het grotere geheel.
Persoonlijk binnen bredere context
Het boek is zwaar en omvangrijk: 400 pagina’s met 232 kleurenfoto’s en 382 zwart-wit foto’s. Het opent met een essay en een interview met Ai door Tancock en Tung, wat achtergrond en begrip verschaft bij Ai’s werk en zijn ethiek. Daarna volgen de foto’s.
Die lijken op het eerste gezicht een ware willekeur. Zo krijg je uiterst persoonlijke beelden van het overlijden van Ai’s vader te zien, maar ook happenings die plaatsvonden in Beijing, waaronder Zhang Huan’s performance 12 Square Meters in 1994. We zien Ai veelvuldig zijn middelvinger opsteken – onder andere naar de Tian’anmen poort. En we zien Ai zelf en zijn broer Ai Dan in de meest onmogelijke posities een middagslaapje doen.
Door de happenings en foto’s van de Chinese kunstscene op te nemen, is het boek een verslag van de ontwikkeling van een essentiële periode in de Chinese kunst. De vele persoonlijke foto’s stellen daar een beeld tegenover van het leven van Ai Weiwei zelf. Door de persoonlijke invalshoek, dit boek meer een dagboek dan een documentaire.
Als je Ai, zijn werk en de bredere politieke en artistieke context geheel nog niet kent, is dit boek daarvoor wellicht geen goede introductie. Maar als je al bekend bent met Ai en zijn achtergrond, en deze in een breder perspectief wilt plaatsen, is dit boek zeer relevant.
Klik op de afbeeldingen voor een grote versie.
Ai Weiwei – Beijing photographs 2003-2013, auteurs Ai Weiwei, John Tancock & Stephanie H. Tung, MIT Press februari 2019, hardcover £58, ISBN 9780262039154.
Dit artikel werd op donderdag 20 juni 2019 gepubliceerd op China2025.nl, een crowdblog gemaakt voor en door Nederlandse China professionals. Het blog heeft als doel om het Nederlandse China netwerk te stimuleren door ervaringen en kennis uit te wisselen. De artikelen die ik schrijf voor China2025.nl plaats ik ook op JudithinChina.com.