Niet onder een ladder doorlopen, bang zijn voor het getal dertien en zoeken naar klavertjes vier vallen onder de noemer bijgeloof in Nederland. Nu ken ik persoonlijk niemand die zich echt een ongeluk schrikt (al dan niet letterlijk) als er een zwarte kat voorbij komt wandelen. Men weet in Nederland wel wat bijgeloof is, maar gelooft er over het algemeen niet zwaar in en leeft er niet echt naar. In China ligt dat anders, daar zijn zaken die wij als bijgeloof zien een logisch onderdeel van het dagelijks leven. En het zijn compleet andere zaken dan wij in het westen kennen.
Zou het in Nederland 7 jaar ongeluk met zich meebrengen als iemand een spiegel breekt, in China gelden er andere regels als het op spiegels aankomt. Zo moet een spiegel in een slaapkamer ’s nachts worden bedekt, zeker als deze naar het bed gericht staat. ’s Nachts dolen er namelijk geesten rond en spiegels trekken deze geesten aan, via de spiegel kunnen ze je bewustzijn stelen. Ook is het mogelijk dat je ziel ’s nachts de spiegel in zweeft, waardoor deze vast komt te zitten in de wereld tussen slapen en waken in, en je de volgende ochtend niet naar je lichaam terug kunt keren. Dat klinkt allemaal eng genoeg om ’s nachts voor de zekerheid maar een doek over de spiegel te hangen. Vergeet ook vooral niet om een paar keer te kuchen en je schouders af te kloppen voordat je het huis binnen gaat als je na 12 uur ’s nachts thuiskomt. Dit voorkomt dat de ronddolende geesten met je mee naar binnen komen.
Toen wij vorig jaar verhuisden zetten de vrienden die ons hielpen met sjouwen het bed bijna tegen de zijmuur van de slaapkamer aan. Dit terwijl het bed makkelijk in het midden van de kamer tegen de achterwand kon worden gezet, zodat je aan beide kanten makkelijk in en uit bed kunt stappen. Toen ze de kamer uit waren vershoof ik het bed dus naar het midden van de kamer, want wat heb je eraan als iemand aan één kant het bed niet in of uit kan? Toen Zhang Yang de slaapkamer weer binnen kwam, schrok hij zichtbaar. Hij zei dat het bed niet in het midden van de kamer kon staan. Zelfs nadat ik mijn überlogische in- en uit bed stappen argument had ingebracht, bleef hij bij zijn standpunt. Ik moest echt doorvragen naar de reden, en het zit zo: overledenen liggenn in China altijd in het midden van de kamer opgebaard. Deze positie is blijkbaar alleen aan hen voorbehouden, want als de levenden hun bed zo neerzetten dan is dat vragen om ongeluk. Het ongemak dat het in- en uit bed stappen met zich meebrengt voor degene die aan de muurkant slaapt is daaraan ondergeschikt. Ons bed staat nu dus bijna tegen de zijmuur aan, en Zhang Yang moet naar het voeteneind klimmen als hij in of uit bed wil stappen. Toen ik vervolgens een keer in bed een film wilde kijken en mijn kussen rechtop tegen het hoofdeinde zette om lekker te kunnen zitten, schrok Zhang Yang opnieuw en zei dat dat China echt niet kan. De kussens van overledenen worden tijdens het opbaren namelijk rechtop gezet. Je kussen tijdens het leven zo neerzetten brengt ook alleen maar narigheid met zich mee.
Westerse bijgelovigen vrezen het getal 13, in China heeft alles wat met het cijfer 4 te maken een nare bijklank. De uitspraak van het karakter voor vier (sì) lijkt namelijk op de uitspraak van het karakter voor dood (sǐ) en alles wat met de dood te maken heeft is natuurlijk niet goed. Daarom ontbreekt in sommige gebouwen de vierde verdieping en zijn telefoonnummers waar het cijfer 4 in voorkomt niet populair. Daarbij komt dat de uitspraak van het cijfer 1 in spreektaal exact dezelfde klank heeft als het woord voor moeten (yào). Yàosì (1 – 4) en yàosǐ (dood moeten) klinkt dus hetzelfde, en ‘dood moeten’ wil je natuurlijk niet in je telefoonnummer hebben. Daar staat tegenover dat de uitspraak van het getal 8 (bā) dezelfde toon heeft als het eerste karakter uit de uitdrukking voor ‘rijk worden’ (fācái) en dat is juist wel goed. Voor appartementen of kantoren op de achtste verdieping van een gebouw wordt een hogere prijs gevraagd dan voor andere verdiepingen, en kentekenplaten en telefoonnummers met daarin (veel) achten liggen enorm goed in de handel. De Olympische Spelen begonnen hier niet toevallig op 8 augustus 2008 om 20:08.
Als je nu eens zin zou hebben in een peer, maar je hebt niet zo’n hele erge trek en wilt eigenlijk maar een halve peer eten, dan is het in het westen geen onlogische gedachte om je peer met iemand te delen. Stel nooit aan een Chinees voor om een peer te delen! ‘Een peer delen’ wordt namelijk net zo uitgesproken als ‘uit elkaar gaan’ (fēnlí). Voorstellen om een peer te delen staat dus gelijk aan voorstellen om uit elkaar te gaan. Wel handig als je van je geliefde af wilt maar dit niet duidelijk uit durft te spreken…
Jeetje… daarbij vergeleken is onze 13 niks dus… leuk stukje en interessant om te weten.
Er van uitgaande dat er veel meer ‘bijgelovigheden’ zijn in China, en wellicht nog verschillend per streek, lijkt me enige kennis daarvan wel nodig wil kunnen leven met Chinezen of zaken met hen doen.