Van Nederlanders wordt gezegd dat we recht-vooor-z’n-raap zijn, geen blad voor de mond nemen en de dingen niet mooier laten lijken dan dat ze zijn. Als je aan een Nederlander vraagt of die witte broek je kont niet dik laat lijken, zal hij eerder eerlijk ja zeggen dan dat hij om de waarheid heendraait om maar beleefd te zijn. Je bent praktisch gezien immers slechter af als je rond blijft lopen in een broek die je niet staat, dan dat je jezelf misschien even niet prettig voelt bij het idee dat je kont er dik uitziet.
Chinezen kunnen goed om de hete brij heendraaien in verschillende opzichten. Zo zal een Chinees als je hem de weg vraagt en hij eigenlijk niet weet welke kant je op moet, je meestal toch een willekeurige richting insturen. Dat geeft hem minder ‘gezichtsverlies’ dan eerlijk zeggen dat hij het ook niet weet.
Ondanks dat hebben Chinezen er ook een handje van eerlijk en recht-voor-z’n-raap te zijn, maar dan op een heel andere manier dan Nederlanders. Zo zal een Chinees als hij je een tijdje niet gezien heeft gerust eerlijk zeggen: “Je bent wel aangekomen zeg!” Als dit gezegd wordt tegen een dikke(re) Chinees, zal deze zo’n opmerking niet negatief opvatten, iets dat de meeste Nederlanders waarschijnlijk wel zullen doen. Of je al dan niet dikker bent geworden is nu eenmaal een feit, en als Chinezen dat zien zullen ze dat zeggen. Datzelfde geldt voor mensen die afgevallen zijn. Een Chinees zal net zo hard zeggen dat je toch echt te dun bent.
Verder moet je niet vreemd opkijken als een Chinees zegt dat je een mooi horloge draagt, om vervolgens te vragen wat het kostte. Het is in China ook niet onbeschoft om te vragen naar wat iemand betaalt aan huur, hoeveel je nieuwe auto kostte of hoe hoog je salaris is. Chinezen ontlenen status aan het bezitten van dure dingen, en zullen eerder te koop lopen met de prijs van hun dure smartphone dan er niets over te zeggen. Datzelfde geldt voor huur: als je jezelf een dure loft in het centrum van Shanghai kunt veroorloven ben je succesvol, en waarom zou je dat onder stoelen of banken steken?
Dit kan tot interessante culturele ongemakkelijkheden leiden. Als mensen die ik niet ken zomaar stellen dat ik als buitenlander in China vast veel geld verdien, is het lastig om dit te beantwoorden zonder daadwerkelijk iets over de hoogte van mijn salaris te zeggen. Ik vind namelijk als Nederlandse dat het mensen niets aangaat wat ik verdien – zeker niet als ik de persoon in kwestie amper ken. Aan de andere kant kan een Chinees die vertelt hoeveel hij uitgegeven heeft aan een golfvakantie in de V.S. door westerlingen voor opschepper worden aangezien, terwijl hij het zelf misschien wel helemaal niet zo bedoelt.
Maar goed, zo is dat met meer dingen in China. En dat soort verschillen maken gesprekken hier juist ook interessant.
Interessant stuk! Ik vind het weer onbeleefd als mensen het antwoord op mijn vraag niet weten, dat niet willen zeggen en me dan eigenlijk dus het bos in sturen. Ik verbaas me er hier in Duitsland overigens vaak over dat Nederlanders de reputatie hebben zo direct te zijn: Duitsers stellen me echt heel vaak vragen die in mijn ogen onbeschoft zijn (over geld bijvoorbeeld, inderdaad). Werd laatst ook uitgefoeterd om een streek die Arjen Robben schijnbaar had geleverd bij het WK… (whut? kwam bij mij al helemaal niet aan omdat ik betreffende wedstrijd überhaupt niet gezien had en ik al blij ben dat ik weet wie Robben is).
Tsja, verschillen in wat normaal is om te bespreken en een andere manier van communiceren kunnen bevreemdend zijn! Maar toch, dat maakt in Beijing/Hamburg wonen wel weer net wat anders dan in Nederland. En dus interessant. De frustratie en verbazing nemen we maar op de koop toe.