Chinezen houden er een aantal vreemde gewoonten en gebruiken op na, in westerse ogen althans. Want voor alle Chinese gewoonten die wij als eigenaardigheden bestempelen, is een logische verklaring.
Hier zes veelvoorkomende Chinese gebruiken verklaard, die in westerse ogen absurd zijn, maar waarvoor ze in China zo hun redenen hebben.
1) Warm water drinken
Zeker op warme zomerdagen doen we in Nederland niets liever dan afkoelen met een groot glas ijsthee of een koud biertje. Als je in China koud water drinkt wordt je altijd scheef aangekeken, zeker wanneer je zwanger bent of als het winter is. Ook in de zomer drinken Chinezen in principe alleen warm water. Dat mag vreemd lijken, in China is het dat niet.
De TCM-leer heeft als belangrijk uitgangspunt dat warm water de spijsvertering bevordert, terwijl je lichaam extra energie moet gebruiken om koude dranken op lichaamstemperatuur te brengen. Daarnaast zou warm water bevorderlijk zijn voor de bloedcirculatie en het afvoeren van afvalstoffen, en daarmee voor eigenlijk alle kwaaltjes en ongemakken. Heb je het koud? Drink warm water. Ben je ongesteld? Drink warm water. Zit je niet zo lekker in je vel? Warm water is de oplossing.
Tot slot is de kwaliteit van Chinees kraanwater niet geschikt voor consumptie, dus koken Chinezen kraanwater altijd voordat ze het drinken. Als je dat allemaal weet, is warm water drinken niet meer zo onlogisch.
2) Splitbroeken
De meeste westerlingen die in China wonen wennen er nooit aan: de aanblik van een peuter die door een van zijn ouders langs de kant van de weg of boven een prullenbak omhoog wordt gehouden zodat het zijn behoefte kan doen (groot of klein), direct vanuit een kāidāngkù oftewel een splitbroek, een broek zonder kruis.
Totdat Chinese peuters zindelijk zijn dragen zij buitenshuis dit soort broeken. Ouders leren hun kinderen dat het startsein voor een plasje gefluit is, waarbij een van de ouders het kind in hurkzit vasthoudt en toefluit, zodat het weet dat het zijn behoefte kan doen. Deze methode zou kinderen binnen 4 tot 6 maanden zindelijk maken, sneller dan bij het gebruik van luiers.
Daarnaast zijn wegwerpluiers duur, terwijl je aan kāidāngkù vrijwel geen kosten hebt.
3) Spugen/rochelen
Een andere gewoonte waar westerlingen in China ook maar niet aan kunnen wennen, is spugen. Op straat, in de metro, in de rij voor het loket, overal. Zelfs in het zwembad staan spuugbakken, zodat je ook tijdens het baantjes trekken je rochels niet binnen hoeft te houden. Dat mag vies klinken, ik ben blij dat ze er staan want anders zou men gewoon in het zwembadwater spugen.
De gewoonte om eens goed te rochelen en dat wat er naar boven komt vervolgens uit te spugen is diepgeworteld in de Chinese cultuur. In China gelooft men namelijk dat zich dagelijks allerlei afvalstoffen in je longen ophopen. Door eens flink te rochelen rakel je deze op, en de meest efficiënte en effectieve manier om ervan af te komen is de rochel op straat kwakken. Doorgewinterde rochelaars doen dit meerdere keren per dag, sommigen aan de lopende band. Het gaat meestal om mannen van middelbare leeftijd en ouder, onder jongeren zie je het minder vaak. Omdat, hoe je het ook wendt of keert, het extreem onhygiënisch is om rochels overal in het openbaar neer te kwakken.
4) Lange vingernagels
In het verlengde van het vorige punt, is het één van de toppunten van hygiëne in China om je oren goed schoon te houden. Je ziet het vaak bij taxichauffeurs: één vingernagel (meestal de pink van de linkerhand) wordt lang gehouden en gebruikt om het oor mee leeg te halen. Dit stamt uit dezelfde tijd als dat het modieus was (en nog steeds is) om een blanke huid te hebben. Beide drukken namelijk uit dat de houder van de lange vingernagel of blanke huid geen zware arbeid hoeft te verrichten.
Chinezen die wel met hun handen werken of het niet praktisch vinden om een lange vingernagel te hebben, houden hun oren van oudsher schoon met een mini-lepeltje, waarmee je het smeer letterlijk uit kunt lepelen waarna je het lepeltje schoonveegt met een tissue. Het is in China niet meer dan normaal om deze activiteit in het openbaar uit te voeren. Zo normaal zelfs, dat je voor een klein bedrag je oren op straat net zo’n lepeltje kunt laten schoonmaken door een professional. Midden op straat.
Geef mij maar een wattenstokje en de privacy van mijn badkamer…
5) Niet in de rij kunnen staan
‘In de rij staan’ is in China een wezenlijk ander begrip dan in het westen. Of het nu de rij voor de bus is, voor het loket waar treinkaartjes worden verkocht of de rij voor de kassa; je mag er in China nooit van uitgaan dat jouw plaats vaststaat, want zodra iemand een mogelijkheid ziet om voor te dringen zal hij/zij dat zeker doen.
Dit komt voor uit de recente turbulente Chinese geschiedenis. China mag momenteel dan wel rijk zijn en zich snel ontwikkelen, amper een paar decennia geleden was het een arm derdewereldland. De huidige generatie Chinese volwassenen is opgegroeid tijdens de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie, toen er grote voedseltekorten heersten en je zo snel mogelijk vooraan in de rij voor voedseldistributie diende te geraken. Netjes in de rij staan was toen even niet belangrijk. De gedragscodes in de openbare ruimte in China hebben de snelle economische ontwikkelingen niet bijgehouden.
6) Achteruit lopen
Als je een Chinees park bezoekt zul je, naast ouderen die samen dansen, zingen en hun vogels uitlaten, Chinese pensionado’s tegenkomen die achteruit wandelen. Waarom doen ze dat? Ook dit komt voor uit de TCM-leer: achteruit lopen zou rugpijn verlichten en de werking van de nieren bevorderen. Daarnaast zou het goed zijn om de wereld eens vanuit een ander perspectief te bekijken en goed zijn voor het coördinatievermogen.
Zie hier een ‘zomercolumn’ van oud-NOS correspondent Garrie van Pinxteren over achteruitlopen.
Het is misschien voor ons een beetje raar om te spugen en alleen maar warm water te drinken, achteruit te lopen. En tóch… deze dingen zijn ongetwijfeld gebaseerd op kennis die verder gaat dan hier oppervlakkig een mening over geven.