
In 1956 zwom Mao Zedong voor het eerst in de Yangtze rivier in Wuhan. Hij schreef daarover het gedicht Yǒuyòng (‘zwemmen’), wat het gebeuren tot een memorabele prestatie verhief: “Laat de wind waaien en de golven slaan, veel beter dan een nietszeggend wandelingetje op de binnenplaats“.
Tien jaar later stond China aan het begin van de Culturele Revolutie, en had Mao iets te bewijzen. Hij werd oud en wilde de wereld laten weten dat hij het leiden van de Volksrepubliek China nog prima aankon. Om aan te tonen dat hij de daadkrachtige leider was die het volk nodig had, besloot de toen 72-jarige Grote Roerganger om de wind en de golven in Wuhan nogmaals te trotseren. Op 16 juli 1966 nam hij opnieuw een duik in de Yangtze, deze keer tijdens een zwemfestival dat ter ere van zijn zwemtocht in 1956 werd georganiseerd.
Hoewel het niet voor de hand liggend lijkt om politiek leiderschap te bewijzen door in een rivier te gaan zwemmen, was het in 1966 voor Mao geen onlogische gedachte. Lees verder →