
Iedere avond speelt er een groep van ongeveer tien kinderen buiten de ingang van het appartementencomplex waar we wonen. Vaak gaan ze op in hun spel, soms valt het ze op dat er een lǎowài naar binnen loopt en dat laten ze dan niet ongemerkt voorbij gaan. “Kijk, een lǎowài!” Roept iemand dan, waarna de rest aan komt lopen en alle kinderen vervolgens samen in koor hello! naar me te roepen. Als ik daarop nǐhǎo terug roep herhalen ze dat meestal ook in koor. Erg gezellig allemaal.
Toen dit laatst weer zo het geval was, liep ik daarna toevallig tegelijk met een andere bewoonster onze flat in. We wachtten samen op de lift en ze knoopte een gesprekje aan, dat als volgt verliep. Lees verder →